Register Externe Veiligheidsrisicos Transport Gevaarlijke Stoffen

Samen bouwen aan een veiliger Nederland

Gegevens over externe veiligheidsrisico's verzamelen en beheren gebeurt in het Register Externe Veiligheidsrisico's (REV). Geodan ontwikkelt dit register in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarnaast ondersteunen we omgevingsdiensten met het “REV-klaar” maken van de data. Het doel: informatie over veiligheidsrisico’s op één plek verzamelen en Nederland een stukje veiliger maken.

‘Een mooie opdracht waarin we als specialist in location intelligence veel van onze ervaring kwijt kunnen’, start Geodan consultant Janne Verstappen. Geodan ontwikkelt de REV database en een application programming interface (API) om data geautomatiseerd te delen. ‘Daarnaast kunnen gebruikers gegevens beheren via een tijdelijk online portaal en kaart. Het REV is volgens moderne ICT-architectuurprincipes opgezet, waarbij openheid en samenwerking  kernbegrippen zijn. Door met API's te werken, kan informatie over externe veiligheid gemakkelijk tussen verschillende systemen worden uitgewisseld’, aldus Verstappen.

Minder risico, betere afwegingen

Het REV is ontwikkeld in lijn met de Omgevingswet en sluit aan bij de maatschappij die steeds meer  locatie- én visueel ingesteld is. Het vraagt dus om een andere manier van denken en werken. ‘We gaan van inrichting naar activiteiten’, zegt Verstappen, die verwijst naar de 46 activiteiten die in het register moeten komen. ‘Die activiteiten hebben allemaal een mogelijk risico rondom opslag, het vervoer en gebruik van gevaarlijke stoffen. Belangrijke informatie dus, die centraal beschikbaar gemaakt wordt voor burgers via kaarten in de Atlas Leefomgeving.’

Zo kunnen burgers en professionals snel zien waar risicovolle activiteiten plaatsvinden en wat dat betekent voor de leefomgeving. Verstappen: ‘Door met zogenaamde “aandachtsgebieden” te werken, kan iedereen snel zien waar er met welke mogelijke gevaren in een specifiek gebied rekening moet worden gehouden. En dus ook welke maatregelen er genomen dienen te worden om de veiligheid te waarborgen.’  

“Voor het juist aanleveren van de informatie in het REV zijn zo’n 450 bronhouders verantwoordelijk”

Flinke impact

Voor het juist aanleveren van de informatie in het REV zijn zo’n 450 bronhouders verantwoordelijk. ‘Het zijn vaak de gemeenten die eindverantwoordelijk zijn hiervoor en deze taak delegeren aan de omgevingsdiensten’, aldus Verstappen. ‘Het op orde brengen en aanleveren van de data heeft vaak een flinke impact op die organisaties. Niet alleen in tijd, budget en capaciteit, maar ook op het gebied van kennis en techniek die nodig is. En niet alle bronhouders zijn nog even ver, of even vertrouwd met het digitaal uitwisselen van de informatie.’ 

Ook consultant Lieuwe Visser is vanuit Geodan betrokken bij de opdracht. ‘Bij Geodan hebben we veel ervaring op het gebied van het analyseren, ontsluiten en aanleveren van data, maar ook met het inrichten van databases en het maken van koppelingen; in dit geval dus voor het REV. Ook helpen we bronhouders met de conversie van de data uit het het RRGS (Register Risico Gevaarlijke Stoffen) waarvan het ‘REV’ de opvolger is.’

“Voor de conversie hebben we een tijdelijke omgeving ontwikkeld waarmee bronhouders de data kunnen bekijken en valideren”

Gemakkelijk valideren

Niet alle informatie uit het oude register gaat mee naar het REV. ‘Omgekeerd bevat het REV ook een aantal nieuwe activiteiten, zoals “Windturbines”, die niet in het RRGS zitten’, vult Visser aan. ‘Voor de conversie hebben we een tijdelijke omgeving ontwikkeld waarmee bronhouders de data kunnen bekijken en valideren. Zij kunnen zelf inloggen, en op de kaart checken of de gegevens juist zijn, én op de juiste plek staan. Als alles in orde is, wordt data toegevoegd aan het REV.’ 

Hoewel de Omgevingswet op 1 januari 2023 in werking treedt, hebben bronhouders de eerste tests met de interface al kunnen doen. Visser: 'Sommige omgevingsdiensten, kunnen al via een API een dataset aanleveren. Anderen moeten nog een inventarisatie houden, een plan maken of de eigen data op orde krijgen. Daarbij zijn er bronhouders die vanuit hun eigen systeem aansluiten, maar ook bronhouders die deze systemen nog moeten inrichten.’  

Van quickscan tot training

Lieuwe ziet dat er op veel plekken stappen worden gemaakt, maar dat er ook nog heel wat werk te doen is. ‘Waar we kunnen en dat gewenst is, helpen we. Zo kijken we samen met de bronhouders naar de stappen die genomen moeten worden. In samenwerking met het REV-programmateam hebben we een quickscan ontwikkeld die we bij de bronhouders uitvoeren. Zo krijgt de bronhouder snel een beeld van waar hij staat, waar de uitdagingen liggen en welke zaken er (eerst) gedaan moeten worden om de data uiteindelijk gevalideerd en op tijd in het REV te krijgen. Soms gaat het om de manier van organiseren, maar soms ook om het hebben of verkrijgen van de juiste kennis. We bieden daarbij praktische ondersteuning met trainingen en workshops’, aldus Lieuwe.

“We bouwen samen een waardevol systeem waar we bronhouders en gebruikers echt verder mee helpen”

Verplichting én kans

De volledigheid van de informatie bepaalt in grote mate het succes en het gebruik van het REV. Visser: ‘Het REV is gelijk ook een kans voor veel organisaties om de kwaliteit en uitwisseling van de informatie een boost te geven. En door de transparantie en beschikbaarheid van de informatie, hebben bronhouders niet alleen een accuraat beeld van de situatie binnen de eigen grenzen of grondgebied. Maar ook van de specifieke situatie bij een naburige gemeente of omgevingsdienst.’ 

Zowel Janne als Lieuwe zijn positief over de winst die het REV gaat brengen. Janne: ‘We bouwen samen een waardevol systeem waar we bronhouders en gebruikers echt verder mee helpen. De verplichting van het REV en de Omgevingswet is tegelijk ook een kans om het datagebruik en de informatievoorziening binnen al die bronhouders naar een hoger niveau te brengen.’ Lieuwe: ‘Uiteindelijk moeten die bronhouders de data zelf gaan beheren en beschikbaar maken volgens het common ground-principe. Daarbij wordt de data zoveel mogelijk bij de bron verzameld en opgeslagen maar door de koppeling met het REV of andere toepassingen, meervoudig gedeeld én gebruikt. Een toekomstbeeld waar we graag - en samen met al die bronhouders - ons steentje aan bijdragen.’