Onder onze voeten
Grondsoorten zijn een belangrijke indicatie voor kansen en risico’s in de ondergrond. Is mijn bodem slap en heb ik dus kans op verzakking? Hoe diep moet ik heijen voor de eerste of tweede zandlaag? Hoe dik is het veenpakket dat moet worden afgegraven? Allerlei vragen die relevant zijn voor bouwprojecten en met bodemgegevens beantwoord moeten worden.
In onze bodem treffen we voornamelijk veen, klei, leem, zand of grind. Het doen van een boring is een belangrijke methode om deze informatie te registreren. Van elke laag wordt de diepte, laagdikte en grondsoort met een omschrijving van de boormeester ingevoerd. De ondergrond verandert niet zo snel, dus het is zonde om steeds weer nieuwe boringen te moeten zetten. TNO houdt al decennia een belangrijke database met gegevens over deze ondergrondse boringen bij. Sinds 2018 is ook de Basisregistratie Ondergrond (BRO) van kracht als wettelijke landelijke voorziening voor geologische gegevens.